+31203417896 buschges@bart.nl

Anna Abrahamsz 1837-1907

Heerlijk zijn ze, die samenzweringstheoriën!  Ik word er blij van.

Je kent ze wel: de aarde is plat, de maanreis heeft niet plaatsgevonden en de gebeurtenissen van elf september waren een zaak van de regering Bush zelf. Onder de regering Trump zien we dit soort onzinnige verklaringen van gebeurtenissen alleen maar toenemen. Feiten, die de visie tegenspreken, worden genegeerd. Behalve een onzinnige kant hebben ze ook een vrolijke kant. Juist vanwege die overduidelijke tegenstrijdige informatie. Grappig is bijvoorbeeld dat de ‘aarde is plat activisten’ zich aaneengesloten hebben in een ‘global network’. Mijn favoriet is de hitserie Ancient Aliens, gelukkig nu weer uitgezonden. Veel informatie met te serieuze mannen, die onzin verkopen. Ik vermaak me er prima mee.

Ook op de linker vleugel van het politieke spectrum kan men er wat van. Het kapitalisme vormt een grote samenzwering tegen alles en iedereen. Opvallend daarbij is dat abstracte begrippen ineens een persoon zijn. Menselijke kwaliteiten toekennen aan zaken, het gebeurt overal en naar mijn idee in toenemende mate. Reïficatie heet dat in de sociologie.

In de prachtige bundel ‘Reizen in Insulinde 1800-1950’ kwam ik een nieuw samenzweringstheorie tegen. De artikelen gaan over de reisverslagen van vooral Nederlanders in de kolonie Nederlands-Indië. Er wordt gekeken naar de koloniale ideologie die tot uiting komt in die reisverhalen. Dat is natuurlijk een goed idee en vooral een heldere werkwijze. Die aanpak schiet echter door omdat zo beetje alle uitingen over de overweldigende natuur  be- en ik zou zelfs zeggen veroordeeld worden als ‘estheticering van de natuur’. De westerse reizigers kijken per definitie met  ‘imperialistische ogen’ naar de natuur, die als wild en onbeschaafd beschreven wordt. Daarmee schuiven ze de inboorlingen op het tweede plan.

Wat de estheticering tot een samenzweringstheorie maakt zijn twee dingen, die pregnant tot uiting komen in de veroordeling van het reisverslag van de tienjarige Anna Abrahamsz, die in 1847 en 1848 met haar ouders Indië bezocht. Al haar opmerkingen worden verklaard vanuit het koloniale ‘discours’ en de reïficaties vliegen je om de oren. Rick Honings schrijft zinnen als “een visie waarin het Westen het Oosten domineert”. Jech. Het westen met een hoofdletter domineert niet, het zijn mensen die anderen overheersen. En nuanceringen ontbreken, zo kenmerkend voor een samenzweringstheorie. Nederland is superieur volgens de schrijver: “Dat wordt onderstreept door Anna’s taalgebruik, zoals de talrijke verkleinwoordjes en adjectieven. Het effect van deze representatie is dat het land er als het ware om vraagt gekoloniseerd te worden.” Weet de schrijver niet dat de Indonesiërs in 1848 al honderden jaren overheerst waren, dat verkleinwoordjes in het Nederlands niet het kleinerende hebben als in andere talen en dat wellicht ‘de schuitjes’ inderdaad kleiner waren dan de boot, waarop Anna haar observaties maakte. Ik zie Anna’s reisverhaal als dat wat het is: observaties van een kind van tien, dat zich over veel verbaast en de ervaringen redelijk objectief noteert.

Ik lees het boek Reizen in Insulinde als een soort literair Ancient Aliens: veel informatie met een vrolijk stemmend en nauwelijks serieus te nemen theorie.