+31203417896 buschges@bart.nl

Van Kol slapend op reis 1902

Verleden week werden we opgeschrikt door het bericht dat twee jongens een trein beschoten hadden.Ze waren snel opgepakt en het bleek dat zij met een balletjespistool geschoten hadden. De ramen bleven heel. De ophef was des te groter. ‘Het gaat iedere voorstelling te boven’, zei de directeur van de Nederlandse Spoorwegen Roger van Boxtel.

Honderd jaar geleden waren de rollen omgedraaid: meer schade en weinig ophef. Op 24 juni 1900 was de trein komende van Den Haag naar Amsterdam vlakbij Haarlem beschoten. De kogel vloog door het raam en de coupé. Niemand raakte gewond, volgens het bericht in het Algemeen Handelsblad. Er was slechts een passagier in deze coupé en dat was Henri van Kol. Hij was op weg naar het verenigingscongres van de Socialistenbond en SDAP te Amsterdam. Van Kol zat niet rechtop, maar was weggedommeld. Had hij wel rechtop gezeten dan zou hij ‘in het hoofd getroffen zijn’, volgens het korte verslag in het Handelsblad. In vele kranten namen de redacties dit bericht over.

Na het weekend nam Van Kol weer deel aan de beraadslagingen in de Tweede kamer der Staten-Generaal en deed of er weinig aan de hand was. Zijn collega’s waren niet verontwaardigd over ‘een aanslag op de democratie’ of dergelijke grote woorden, maar toonden ‘belangstellende nieuwsgierigheid’ en ‘gelukwenschten [Henri] met het ontkomen aan den kogel’.

Het opvallendste is nog dat Van Kol sliep op de zo korte reis van Den Haag naar Amsterdam. Hij deed waarschijnlijk een kort middagdutje. Dat overkwam hem wel vaker, zoals te zien is op de bijgevoegde foto van zijn bootreis naar Nederlands-Indië in 1902. Is het uiltjes knappen een verklaring voor zijn enorme productie in woord, daad en geschrift? Even bijslapen en dan weer door?

De dader is nooit opgespoord. Had de schutter het op Van Kol gemunt? Of was het een lukrake, baldadige  poging om de trein te raken? Van Kol was op weg naar het verenigingscongres. Op dat congres werden de laatste, wat zielige, resten van de eens zo krachtige Socialistenbond in de SDAP opgenomen. De SDAP was in 1894 opgericht tegenover deze Socialistenbond. De eerste groeide, de tweede liep leeg. De SDAP had na zes jaar de onderlinge strijd gewonnen. Het verenigingscongres had geen reële, wel een symbolische waarde.

Is het mogelijk dat de dader bewust op Van Kol geschoten had, omdat Van Kol een belangrijke rol had gespeeld bij de totstandkoming, bestendiging en grootmaking van de sociaaldemocratie? Was hij een teleurgestelde anarchist, die zijn revolutionaire droom uiteengespat zag? Het lijkt onwaarschijnlijk dat de schutter bewust Van Kol wilde raken. Zoiets vroeg te veel voorbereiding en een medeplichtige die in Den Haag de precieze plaats van Van Kol in de trein moest lokaliseren en doorgeven aan een schutter in Haarlem.

Persoonlijk geweld was aan de orde van de dag. In Haarlem was in dezelfde maand een schutter in de Grote Houtstraat opgepakt, die twee schoten had gelost. Ook socialisten als Christiaan Cornelissen en Willem Vliegen hadden nog niet zo lang daarvoor revolvers schietklaar bij zich. In 1900 werd in Haarlem geen dader gepakt. Op de vraag wie en waarom geschoten heeft, komen na honderd jaar geen antwoorden meer.