+31203417896 buschges@bart.nl


Ken je Thomas Moore?

Op deze vraag verkrijg je andere antwoorden wanneer je hem uitspreekt dan wanneer je de vraag opschrijft. Thomas More is beroemd op de gehele aarde. Thomas Moore is wereldberoemd in Ierland en bekend in Engeland. Moore is een dichter, die vele ‘rebelsongs’ heeft geschreven. Hij leefde van 1779 tot 1852. Hij was twintig toen de Franse revolutie en Ierse opstanden tegen de Engelse overheering uitbraken, dertig toen de Napoleontische Oorlogen de wereld teisterde en op het einde van zijn leven maakte hij nog de Grote Hongersnood van West Europa en vooral Ierland mee. Moore ontwikkelde zich van een middelmatige rechtenstudent tot de bard van Ierland. Op vele plekken in Ierland is zijn beeltenis te zien. En tevens in landen, waar de Ieren een dominante plaats innemen zoals in de Verenigde Staten (Boston, Chicago en New York). Zijn bekendste nog steeds gespeelde liederen zijn The Last Rose of Summer en het anti-oorlogs lied The Minstrel Boy, hier in de versies van de Clancy Brothers en Shane MacGowan. James Joyce citeerde hem in zijn boeken Dubliners en Ulysses. En nu is er dan een album van Eleanor McElvoy, genaamd The Thomas Moore Project, waarin ze de teksten op nieuwe muziek zette. McElvoy vond dat de herinnering aan Moore een beetje sleets was geworden.

Op het vaste land van Europa was de herinnering aan Moore verdwenen. In de twintigste eeuw zeker, maar ook in de negentiende eeuw was er weinig aandacht voor hem. Er is een vertaling en wel door niemand minder dan Jacob van Lennep. In 1834 in een bundel, die over meer dan Ierland gaat.

De socialistische beweging, zoals die gestalte kreeg in de SDB van Domela Nieuwenhuis heeft, zover ik na kon gaan via Delpher, geen ‘rebel songs’ van Thomas Moore geplaatst. Maar in sommige archieven vind je ze weer wel. Zo is in de correspondentie van Ferdinand Domela Nieuwenhuis en Henri van Kol een gedicht van Moore te vinden. Zij wisselden in het begin van de jaren tachtig veel uit, bijvoorbeeld over de rol van vrouwen in de beweging. Zo bleek dat de derde vrouw van Domela hem in de strijd voor het socialisme ondersteunde.

Van Kol schreef:  “Het was een aangename verrassing te lezen dat Uwe echtgenoote Uw strijd waardeert en Uwe beginselen is toegedaan; want dàn, wat kan U hinderen àl het blaffen, grommen en woede uwer tegenstanders als alle kneuzingen van de strijd, àl het ondervonden leed, worden vergoed, door één enkele handdruk die u zegt: ‘gij hebt wèl gedaan!’ Toen herinnerde ik mij een plaat in de geillstr. ‘Irish Melodies van Moore’, waar een kamper voor de vrijheid der Ieren, ontmoedigd en wanhopend thuis komende wordt getroost door zijne vrouw, met ongeveer (ik citeer uit het hoofd) deze woorden:

‘Thou hast called me thy Angel in moments of bliss,
Thy Angel I ‘ll be, midst the horrors of this,
Through the furnace, unshrinking, thy steps pursue
And shield not, and yield not, but perish there too!’

De taak der vrouw in de socialistische kampen zal niet gering zijn; – zou dit geen goed onderwerp voor R.v.A. zijn?”

De geciteerde tekst is bijna goed. Tweemaal in de laatste regel ‘not’ vervangen door ‘thee’. Het is het derde en laatste couplet van Come, rest in this bosom. Van Kol is later de rol van de vrouw iets breder gaan zien dan hij hier schreef, zoals zijn serie over de revolutionaire vrouwen tijdens de Franse Revolutie liet zien.