+31203417896 buschges@bart.nl

College van W.F. Wertheim in 1968

Wim Wertheim was rond 1970 een beroemd hoogleraar niet-westerse sociologie aan de Universiteit van Amsterdam tot 1972. De lange mars der emancipatie was zijn belangrijkste boek. In de jaren dertig was hij hoogleraar Rechtshogeschool te Batavia (Djakarta) tot 1942. Hij was geboren te Sint Petersburg, een echte kosmopoliet dus. In het begin van de jaren zestig was er een bijna oorlog tussen Indonesië en Nederland over Nieuw Guinea. De Nederlandse regering stuurde militairen naar dit laatste restje koloniaal bezit in de Oost. In Nederland werd daar verschillend over gedacht. Aan de uiterste linkerkant van het politieke spectrum vond men dat Nieuw Guinea niet meer bij Nederland hoorde. Ook Wertheim vond dat Nederland geen kolonies moest bezitten..

In het links-radicale blad De Nieuwe Stem van juni 1961 schreef hij een artikel over Nieuw Guinea. Op dat moment was er de regering De Quay, waar de Partij van de Arbeid niet in vertegenwoordigd was. Met het artikel wilde hij PvdA-ers er van overtuigen dat opgeven van Nieuw Guinea noodzaak was. Daarvoor haalde Wertheim een stuk van Henri van Kol aan. Dat stuk was overgenomen van diens boek over de geschiedenis der koloniale politiek in Nederland, dat in 1911 te Den Haag verscheen. Wertheim leidde het overgenomen artikel kort, zeer kort in: “Vijftig jaar geleden publiceerde de socialist H. van Kol een (óók door P.v.d.A.-ers) vrijwel vergeten boekwerk: ‘Nederlandsch Indië in de Staten-Generaal van 1897 tot 1908’. Wij vonden het volgende (…) fragment van voldoende belang om het aan de vergetelheid te ontrukken. Zijn bedoeling is wel duidelijk: laten zien aan de sociaaldemocraten van 1961 dat één van de oprichters van de SDAP voor het loslaten van Nieuw Guinea was.

Dat was niet geheel volgens de waarheid. Het klopt dat Van Kol, die vooral gericht was op de sociaaleconomische ontwikkeling van het eiland Java, in dat boek, een overzicht van zijn activiteiten in de derde persoon – een vergelijking met Gaius Julius Caesar dringt zich op, schreef dat hij Nieuw Guinea in de verkoop wilde doen, ook al omdat het land niet in Azië lag. Immers: economische, sociale en politieke ontwikkeling in Oost-Indië werd geremd door te weinig geld. De formulering van Van Kol “Bij zijn voorstellen tot inkrimping van ons koloniaal bezit (…) had hij voor alles aan N.G. gedacht”, had Wertheim moeten waarschuwen dat de tekst niet de gehele waarheid was. Het oorspronkelijke stuk, zoals het op papier stond in De Nieuwe Tijd van 1904, sprak over meer onderdelen van Oost-Indië. Delen van Borneo, Flores, delen van Sumatra en kleine eilanden kwamen ter sprake. Een echt voorstel tot verkoop stond ook niet in het artikel. Over instemming van de bevolking van die gebieden had Van Kol het helemaal niet.

Het meest sprekende vind ik de titel van Wertheims artikel ‘Een revolutionair van eergisteren?’. Henri was nogal geobsedeerd met de herdenking van zijn eigen daden. Zo schreef hij al in zijn eerste boek Christendom en Socialisme uit 1883 dat een socialist in de volgende eeuw de voortrekkers, inclusief hemzelf, zou bedanken: “en terwijl de zon achter de kimmen verdwijnt, staat hij op, ontbloot het fiere hoofd, en herdenkt hen, die vroeger voor hem gestreden hebben.”

Van Kol heeft ongetwijfeld de titel in zijn hemelse prijzenkastje hangen.